‘Ben je nog steeds in balans’ vroeg een kennis me toen we via LinkedIn weer contact kregen. Ik voelde een licht protest. Natuurlijk wilde hij gewoon weten of het goed met me ging. Maar zoals hij het formuleerde maakte dat bij mij een reactie los: Waarom zou je ‘nog steeds’ in balans moeten zijn? Mijn antwoord was dan ook: ‘Nee, ik ben niet altijd in balans, sterker nog, ik ben blij, vooral achteraf, dat ik uit balans ben. Dodelijk, altijd in balans zijn. Het kán niet en het bestaat niet.’
Je raakt ontregeld, uit je humeur, uit je vertrouwen, uit je liefde. Je kunt niet altijd ‘in vrede’ zijn. Vroeger of later raak je gefrustreerd. Je verliest iemand, je lichaam is aan verval onderhevig. Iemand maakt een verkeerde opmerking of jijzelf handelt onhandig etc. We zijn van tijdelijke aard en niet perfect. Voila, de voorwaarden voor frustratie en lijden. En dat hoort bij ons bestaan. En dan hebben we het alleen nog maar over het microniveau van ons individuele leven.
Ik prijs me gelukkig met een traditie die ons elk jaar, grofweg op de overgang van winter naar voorjaar, uitnodigt om stil te staan bij het lijden, met de lijdensweg van Jezus als focus. Daarin worden alle krachten zichtbaar, in ons en in de wereld, die zich verzetten tegen een volledig volliefde zijn.
En dan is er het Mysterie van Pasen, waarin ons wordt verteld dat het tóch waar is en mogelijk, dat Volledige, Groter dan ons hart. En dat we dit al ergens in ons meedragen.
Op die weg van Jezus word ik elke keer weer getroffen door een uiterst spannend moment: Gethsémané. Aan de vooravond van zijn overlevering wordt Jezus overvallen door doodsangst over wat hem allemaal te wachten staat. Hij vraagt zijn vrienden dan eenvoudig om met hem te zijn in zijn zielennood. Hier ervaar ik Jezus heel dichtbij en volledig mens met ons. Lijden is één ding, maar alleen zijn in je nood is (bijna) niet te doen.
En dit is precies wat binnen ons bereik ligt: Met elkaar zijn, samen zijn, onze sores delen. Elke keer als iemand, of jijzelf, het isolement doorbreekt, de stap zet naar een ander en deelt wat hem bezwaart, is er al verlichting. En wordt het beter te dragen.
Die veertig dagen voor Pasen en Pasen zelf, ergens in het jaar, ervaar ik als een geschenk, nog afgezien van de uitvoeringen van de Mattheuspassion. Die periode biedt ons de mogelijkheid om ons kleine verhaal hand in hand met het grote verhaal van onze huidige wereld, te verbinden met een nóg groter verhaal van mens zijn en menswording. En daar hoort balans bij en ook weer uit balans raken. Godzijdank – achteraf gezegd.
Geschreven door Florus Kruyne. Emeritus-predikant bij de Remonstranten. Voorheen was hij predikant van de Geertekerk, Remonstrantse gemeente in Utrecht.