Brieven van Paulus

De apostel Paulus schreef vele brieven aan gemeenten die hij had bezocht. En gelukkig voor ons zijn die in de Bijbel bewaard gebleven, in ieder geval een aantal ervan. Het waren dan ook niet zomaar kattebelletjes in de trant van ‘Hoe gaat er ermee? Met mij gaat het goed.’ Nee, hij reageerde vaak op wat hem via-via ter ore was gekomen over het reilen en zeilen in de gemeente. Ook al was er nog geen post.nl, toch was er een levendige en efficiënte uitwisseling van nieuwtjes en dergelijke.

Zo wist hij van problemen en van onderlinge onenigheid, of discussies over hoe je een goede volgeling van Jezus zou kunnen zijn. En wie mocht er eigenlijk bij horen? Dan pakte Paulus zijn pen en een stuk papyrus en schreef dat er in Christus geen slaaf of vrije was, geen Jood noch Griek, man of vrouw. Met andere woorden: iedereen die dat wil, mag er bij horen en iedereen is gelijkwaardig. Al schreef hij een andere gemeente dan wel weer, dat de vrouwen zich maar beter even stil konden houden…

Soms maakte hij zich ook zorgen over het gebrek aan enthousiasme voor het evangelie in een gemeente. Hij kapittelde ze over hun lauwheid en laksheid. Wees koud of warm, maar niet lauw of onverschillig. Maak een keuze: voor of tegen. Wees duidelijk. Dan ben je als gemeente geloofwaardig.

Aan de gemeente in Filippi schrijft hij een hele hartelijke en dankbare brief. En hij steekt hen een hart onder de riem. Hij roept hen zelfs op, zich te allen tijde te verblijden in God. Daarmee bedoelt hij niet dat ze altijd maar blij en vrolijk moeten zijn. Dat zou immers niemand kunnen. Maar hij wil er mee zeggen, dat in goede en kwade dagen God er is, en hen niet in de steek laat. Dat is iets om je – ondanks alles – in te verheugen.

En dan is er nóg een zinnetje in die brief: “Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend” (Filippenzen 4:5) Dat zou Paulus in onze dagen ook zomaar aan de gemeente in Dokkum hebben kunnen schrijven. Want vriendelijkheid, hartelijkheid, warmte, enthousiasme en betrokkenheid zijn zaken die ik ook persoonlijk ervaar als ik in Dokkum mag voorgaan. Het is hartverwarmend om te zien hoe trouw men onderling is, hoe er van harte naar elkaar wordt omgekeken en er voor iedereen een plaats is, in gelijkwaardigheid. En mannen én vrouwen zich voluit mogen laten horen.

In navolging van Paulus geef ik de gemeente in Dokkum deze zegenbede mee:

De vrede Gods die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en gedachten behoeden in Christus Jezus. (Filippenzen 4:7)

Wietske Tinga


Geschreven door: ds. Wietske Tinga.